Begrijp Nederlands | K | Taal | werkwoorden
komen
Tegenwoordige tijd van komen
ik kom
jij komt
hij komt
zij komt
het komt
wij komen
jullie komen
u komt
zij komen
Voltooid Tegenwoordige tijd
ik ben gekomen
Verleden tijd van komen
ik kwam
jij kwam
hij kwam
zij kwam
het kwam
wij kwamen
jullie kwamen
u kwam
zij kwamen
Voltooid Verleden tijd
ik was gekomen