| | |

begrijpen

begrijpen

Tegenwoordige tijd van begrijpen
ik begrijp
jij begrijpt
hij begrijpt
zij begrijpt
het begrijpt
wij begrijpen
jullie begrijpen
u begrijpt
zij begrijpen
Voltooid Tegenwoordige tijd
ik heb begrepen
Verleden tijd van begrijpen
ik begreep
jij begreep
hij begreep
zij begreep
het begreep
wij begrepen
jullie begrepen
u begreep
zij begrepen
Voltooid Verleden tijd
ik had begrepen