Begrijp Nederlands | K | Taal
kijken
Tegenwoordige tijd van kijken
ik kijk
jij kijkt
hij kijkt
zij kijkt
het kijkt
wij kijken
jullie kijken
u kijkt
zij kijken
Voltooid Tegenwoordige tijd
ik heb gekeken
Verleden tijd van kijken
ik keek
jij keek
hij keek
zij keek
het keek
wij keken
jullie keken
u keek
zij keken
Voltooid Verleden tijd
ik had gekeken