| | |

schrijven



Tegenwoordige tijd van schrijven
ik schrijf
jij schrijft
hij schrijft
zij schrijft
het schrijft
wij schrijven
jullie schrijven
u schrijft
zij schrijven
Voltooid Tegenwoordige tijd
ik heb geschreven
Verleden tijd van schrijven
ik schreef
jij schreef
hij schreef
zij schreef
het schreef
wij schreven
jullie schreven
u schreef
zij schreven
Voltooid Verleden tijd
ik had geschreven