| | |


slapen

Tegenwoordige tijd van slapen
ik slaap
jij slaapt
hij slaapt
zij slaapt
het slaapt
wij slapen
jullie slapen
u slaapt
zij slapen
Voltooid Tegenwoordige tijd
ik heb geslapen
Verleden tijd van slapen
ik sliep
jij sliep
hij sliep
zij sliep
het sliep
wij sliepen
jullie sliepen
u sliep
zij sliepen
Voltooid Verleden tijd
ik had geslapen