| | |

zijn

Tegenwoordige tijd van zijn
ik ben
jij bent
hij is
zij is
het is
wij zijn
jullie zijn
u bent
zij zijn
Voltooid Tegenwoordige tijd
ik ben geweest
Verleden tijd van zijn
ik was
jij was
hij was
zij was
het was
wij waren
jullie waren
u was
zij waren
Voltooid Verleden tijd
ik was geweest